Auto’s die op elektriciteit rijden hebben een
elektromotor, de elektriciteit wordt opgeslagen in een accupakket. De accu
wordt opgeladen door elektriciteit uit het stopcontact. Als elektrische auto’s
worden opgeladen met stroom van zonnepanelen of windturbines dan is hun
milieuprestatie op alle vlakken zeer goed. In de praktijk zullen meeste
elektrische auto’s echter worden opgeladen met de stroommix die Nederlandse
elektriciteitsbedrijven samen produceren.
Nederland heeft enkele tientallen
elektriciteitscentrales. De meesten gebruiken fossiele brandstoffen, vooral
aardgas en in mindere mate kolen (vaak met een kleine fractie biomassa als
meestook). De energiecentrales zetten hun elektriciteit op het 20.000 kilometer
lange hoogspanningsnet. De elektriciteit op het Nederlandse net komt voor ca.
60 procent uit aardgas, voor zo’n 30 procent uit kolen, en voor 10 procent uit
kernenergie, wind, biomassa, water en zon (Energieraad, 2008).
Zelfs als een elektrische auto op deze stroommix rijdt, scoren elektrische auto’s al aanzienlijk beter dan de auto’s die op conventionele brandstoffen rijden; zowel qua CO2 als qua vervuilende emissies. Dit komt vooral doordat de energetische keten fundamenteel anders is dan die van verbrandingsmotoren. Rijden op elektriciteit heeft een hoog energetisch rendement.
(bron: Factsheet Milieucentraal)